Prometheus logo
linkerzijde




Dinsdag 11 december 2007 - Arthur Japin

Arthur Japin (1956) bezocht het Gymnasium in Haarlem en studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam om daar vervolgens de theaterschool te doorlopen, waar hij in 1982 afstudeerde. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Ook zong hij een kleine rol bij de Nederlandse Opera.

In 1987 ontdekte hij het historische, maar tot dan toe onbekende verhaal van twee Afrikaanse prinsjes die in het negentiende-eeuwse Nederland als Hollanders werden opgevoed. Hij stopte met acteren en begon te schrijven. Ondertussen schreef hij diverse korte verhalen, hoorspelen, toneelstukken en televisiefilms en debuteerde hij in 1996 met de verhalenbundel Magonische verhalen. Zijn debuut werd veelgeprezen in de literaire kritiek, maar hij brak pas bij een groot publiek door met zijn tweede boek, het verhaal van de twee prinsjes: de roman De zwarte met het witte hart, die wereldwijd vertaald werd en die hem internationale roem bezorgde. Japin publiceerde dit boek pas na tien jaar onderzoek in Afrika, Weimar en Indonesië.

Na De zwarte met het witte hart publiceerde Japin in 1998 een tweede verhalenbundel, De vierde wand. Het volgende boek had alles te maken met de verfilming door Ineke Smits van enkele van zijn magonische verhalen onder de titel Magonia. Onder diezelfde titel verscheen een reprise van de magonische verhalen, vermeerderd met het filmscenario en stills uit de film. Voorjaar 2002 verscheen zijn tweede roman, De droom van de leeuw, een exuberante literaire verbeelding van de jaren die Japin zelf doorbracht in cinematografische kringen in Rome.
Anderhalf jaar later verscheen de derde roman van Japin, Een schitterend gebrek, die het succes van De zwarte met het witte hart in de Lage Landen nog overtrof. Het boek werd bekroond met de Libris Literatuurprijs en vond al honderdduizenden lezers.

Op 14 september j.l. verscheen zijn vierde roman De overgave, met hoop, wraak en nietsontziende liefde als belangrijke ingrediënten.

“De overgave speelt zich af in de tijd van de Amerikaanse kolonisatie. Blanke predikanten trekken met hun hele hebben en houden het Wilde Westen in om hun beschaving - of beter: hun geloof - te verspreiden. Eén van hen is John, een geestelijke van middelbare leeftijd die zich met zijn hele familie in Texas vestigt. In dit oord van ongerepte natuur en onontgonnen land lijken hij, zijn vrouw Granny en al hun kinderen en kleinkinderen eindelijk het geluk te vinden. Korte tijd later slaat het noodlot echter toe: een groep Comanche-indianen richt een regelrecht bloedbad aan. Ze doden en scalperen de mannen op hun pad en nemen een paar van de kleine kinderen mee. Decennia later kijkt Granny terug op deze dramatische gebeurtenis, die de rest van haar leven heeft bepaald.

Net als in Een schitterend gebrek is Arthur Japin erin geslaagd waargebeurde feiten om te toveren tot een meeslepende roman. De overgave beschrijft mooi de maakbaarheid van onze identiteit, illustreert hoe waarheid subjectief kan zijn en schetst prachtig Granny's tegenstrijdige gevoelens en overpeinzingen bij haar leven. De manier waarop Japin historische gebeurtenissen tot leven doet komen en weer tastbaar menselijk kan maken, is een ontegenzeggelijk bewijs van zijn vakmanschap.”